maandag 23 december 2013

Kerstgroet


Voor mij was 2013 een bijzonder jaar, omdat ik mijn vaste baan heb opgezegd en het avontuur van een eigen bedrijf ben aangegaan. Daar heb ik geen moment spijt van gehad! Ik mocht verschillende leuke en interessante klussen doen, heel veel nieuwe mensen leren kennen en ook veel nieuwe dingen leren.

Ik hoop dat jij ook terugkijkt op een goed en inspirerend jaar en wens je het allerbeste voor 2014.

Hartelijke groet,
Gerdien Karssen

dinsdag 10 december 2013

Wat je niet moet doen op sociale media

Ondernemers weten niet altijd wat ze met de sociale media aanmoeten. De vorige keer gaf ik ter inspiratie zes onderwerpen om over te twitteren. Deze keer wil ik vijf dingen noemen die je niet moet doen op de sociale media.

1. Alleen reclame zenden
Alle sociale media zijn interactief; dat is hun belangrijkste kenmerk. In tegenstelling tot advertenties of reclamespotjes, zijn twitter en facebook geen middel om alleen jouw boodschap te communiceren. Om mensen te trekken en te boeien, zul je ook moeten reageren op anderen: hun vraag beantwoorden, hun berichtje eens doorsturen naar je eigen volgers, iets grappigs posten.

2. Pas een week later reageren
Sociale media zijn ook behoorlijk vluchtig, het ene nog wat vluchtiger dan het andere. Op LinkedIn verandert je timeline niet zo snel als op twitter. Facebook zit daar een beetje tussenin. Hoe sneller het medium, hoe hoger ook de verwachting is over de snelheid waarmee je reageert. Als iemand op twitter een vraag of klacht aan je adresseert, kun je echt niet pas een week later reageren. Elke (werk)dag even kijken of er reacties zijn is zeker aan te bevelen.

3. In een negatieve discussie verzanden
Een tijd geleden hoorde ik iemand vertwijfeld uitroepen: ‘Als mensen klachten hebben, waarom bellen of mailen ze dan niet gewoon even!’. Tja, tijden en gewoonten veranderen. Miljoenen mensen maken dagelijks gebruik van sociale media. Als zij zien dat jouw bedrijf daar ook aanwezig is, spreken ze je daar net zo gemakkelijk aan als per telefoon of e-mail. Je zult dan ook gewoon moeten reageren. Wat je echter niet moet doen, is online verzanden in een negatieve discussie. Iedereen kan dat dan natuurlijk zien. Als er een boze klant in de hal van je kantoor staat, neem je die ook even mee naar een kamertje apart om de zaak uit te praten. Zo is het ook verstandig om – als je antwoord niet wordt geaccepteerd en er een negatieve discussie dreigt te ontstaan – een berichtje te sturen met als boodschap: ‘Bel anders even naar ons kantoor, dan komen we er vast wel uit. Tel. …’.

4. De vuile was buiten hangen
Behalve dat je een ondernemer of werknemer van een bedrijf bent, ben je ook een persoon. Het is logisch dat je baalt als er iets misgaat met je adressensysteem, je producten verkeerd worden bezorgd of er onredelijke klanten bellen. Pas er echter wel voor op dat je dit niet aan twitter of facebook toevertrouwt, ook niet op je persoonlijke account. Er zijn de laatste jaren al verschillende schandalen uit zulke onvoorzichtigheden voortgekomen en er zijn ook mensen om ontslagen.

5. Niet terugkomen op een vraag die je had uitgezet
In gesprek komen met (potentiële) klanten is een goede manier om betrokkenheid bij je product of bedrijf te creëren. Dit kun je bijvoorbeeld doen door vragen te stellen: hoe denk jij daarover? Dit moet echter geen loos trucje zijn. Als je regelmatig vragen stelt en nooit laat merken dat je de antwoorden die je hebt gekregen serieus neemt, heeft dit een averechtse werking.

Heb je aanvullingen op deze tips? Laat ze gerust achter via een reactie.

woensdag 27 november 2013

Boekrecensie 'Opdrachtgever gezocht'

Voor veel mensen die binnen een bedrijf of als zelfstandige professional opdrachten moeten verwerven, is verkopen niet hun eerste discipline. Om hun vak uit te kunnen oefenen is acquisitie noodzakelijk, maar ze voelen zich hier vaak ongemakkelijk bij. In het vlot lezende boek ‘Opdrachtgever gezocht’ geven Jan Willem van den Brink en Maarten van Os veel praktische tips om bij nieuwe potentiële klanten aan tafel te komen en op een voor alle partijen prettige manier een koopgesprek te voeren.

Ik mocht dit boek recenseren voor de websites www.missionlike.com en www.managementboek.nl. Lees de rest van mijn recensie hier.

dinsdag 19 november 2013

6 onderwerpen om over te twitteren

Steeds meer bedrijven en ondernemers hebben een zakelijk account op twitter. Dat is niet zo gek, want ruim 3 miljoen Nederlanders zijn daar te vinden. Omdat de sociale media zo populair zijn, lijkt het ook een must om daar aanwezig te zijn. Vooral degenen die er wat aarzelend tegenover staan, vragen zich dan af of ze wel wat te melden hebben op zo’n platform.

Twitter is geen advertentierubriek!

Allereerst geef ik je het advies om niet op twitter te gaan ‘omdat iedereen het doet’. Net als bij alle andere marketingactiviteiten die je doet, is het verstandig om je doelen, doelgroepen en verwachte kosten en baten helder op een rijtje te krijgen. Als je weet wat je met je twitteraccount wil bereiken, is het vervolgens ook gemakkelijker om berichtjes te bedenken die aan dat doel bijdragen.

Heb je weloverwogen besloten op twitter te gaan, dan zijn dit een aantal mogelijkheden om over te twitteren.

1. Informatie over je producten
Als zakelijke twitteraar wil je natuurlijk uiteindelijk aandacht vragen voor je producten, in de hoop dat de lezers die gaan kopen. Dat is waar je bedrijf voor (en door) bestaat. Het is dus prima als je af en toe laat weten wat je te koop hebt. Dit kun je het best ophangen aan actualiteit (‘Het nieuwste spel voor de Xbox is binnen! Nog mooi op tijd voor Sinterklaas.’) of aan bijvoorbeeld je eigen enthousiasme (‘Mmmm wat ruikt het hier heerlijk. Er zijn net weer verse banketstaven uit de oven gekomen.’) Maar …

2. Reclame voor je aanbiedingen
… twitter is absoluut geen advertentierubriek! Daar zou immers niemand zich vrijwillig op abonneren (lees: niemand gaat jouw account volgen als je alleen je eigen belangen op het oog hebt). Om volgers te krijgen, moet je je berichten vooral voor je lezers aantrekkelijk maken. Dat kan bijvoorbeeld door over kortingen en acties te schrijven. Dat blijft dicht bij je bedrijf-zijn, maar is ook interessant voor de lezer.

3. Tips vanuit je vakgebied
Om je volgers echt een plezier te doen, kun je tips vanuit je vakgebied twitteren. Zelf doe ik dat door dagelijks een tip te geven over zakelijk communiceren. Daarbij richt ik me op ondernemers voor wie het schrijven van bijvoorbeeld persberichten, jaarverslagen en nieuwsbrieven niet hun eigenlijke vakgebied is, maar die hier wel onvermijdelijk mee te maken hebben. Zo kan een bakker tips geven voor een luchtige oliebol, een fietsenmaker voor het plakken van een band en een notaris voor het opstellen van een testament.

4. Leuke weetjes en cijfers
Enthousiaste twittergebruikers zijn vaak gek op leuke weetjes en cijfers. Wissel je nuttige en serieuze berichten dus eens af met een grappige of luchtige statistiek die het liefst wel een link heeft met jouw branche. Bijvoorbeeld een modezaak die twittert: ‘Uit onderzoek blijkt dat 34% van de jongeren vindt dat hun ouders wel wat modeadvies kan gebruiken.’ Met een link naar het artikel dat je daarover hebt gelezen.

5. Foto’s
Ook foto’s zijn populair op twitter, vooral als ze mooi of juist heel grappig zijn. Kijk dus eens op die manier naar je zaak. Maakt iemand een blunder in het magazijn, maak eerst een foto en ruim dan pas de rommel op. Staat je bloemenzaak vol uitbundig bloeiende tulpen, dan kan dat een prachtig plaatje opleveren. Net als bij de ‘leuke weetjes’ hoef je het overigens niet allemaal zelf te bedenken. Het delen van andermans foto’s (en plaatjes en cartoon) is heel gebruikelijk (wel met bronvermelding).

6. Contact met klanten
Ten slotte zijn de sociale media bij uitstek tweerichtingsverkeer. Twitter is dus ook een mooi medium om contact te onderhouden met je klanten. Vraag ze naar hun mening, bedank ze als ze een berichtje van je hebben doorgestuurd naar hun eigen volgers en reageer snel en klantvriendelijk als ze op twitter een klacht over je bedrijf uiten.

Waarover twitter jij op je zakelijke account? Aanvullende tips kun je achterlaten in een reactie op dit artikel.

dinsdag 12 november 2013

Schrijf jij consequent?

Een onderdeel van professioneel schrijven is consequent zijn. Door keuzes te maken in welke woorden en schrijfwijzen je gebruikt, en je daar bedrijfsbreed ook aan te houden, kun je als organisatie een eigen ‘tone of voice’ ontwikkelen, een stijl die onafhankelijk is van degene die een brief naar een klant schrijft, de website vult of het twitteraccount bijhoudt. Een paar voorbeelden.

1. Jij of u
Een week of drie geleden kregen wij een mooie folder van een tandartspraktijk in de bus. Het was een gedrukte folder in kleur en op stevig papier, dus niet een gekopieerd A4’tje zoals we ook wel eens ontvangen. De tekst zag er ook netjes uit. Maar halverwege de achterkant van het blad sprak de schrijver de lezer niet langer aan met ‘jij’ aan, maar ging hij over op ‘u’. Het verhaal begon dus met zinnen als ‘Wij zorgen ervoor dat jouw tanden gezond blijven’ en ‘Je kunt elke werkdag bij ons terecht’, en ging op een gegeven moment plotseling door met ‘Op onze website vindt u alle tarieven’ en ‘We hopen u snel te ontvangen in onze praktijk’.

Op mij komt zoiets onzorgvuldig over: de schrijver had dit gemakkelijk kunnen voorkomen door de tekst nog een keertje extra door te lezen. Ook krijg ik de indruk dat er binnen het bedrijf geen afspraken over dit onderwerp zijn gemaakt, terwijl de keuze voor u of jij wel grote invloed heeft op je uitstraling. Wil de praktijk zich profileren als jong en modern of juist met een wat formelere toon een imago van degelijkheid nastreven? Een gemiste kans om dit in het midden te laten. En extra jammer omdat er wél aandacht en geld is besteed aan de vormgeving en het materiaal van de folder.

2. Welk woord, welke schrijfwijze
De schrijfwijze van de meeste woorden ligt vast in het Groene Boekje. Daar hoef je dus niet zelf over na te denken. Maar bij sommige woorden zijn er meer varianten mogelijk, zoals gemeentes of gemeenten, en kwaliteitscontrole of kwaliteitcontrole. Houd je voor zulke woorden aan de regel dat je in elk geval binnen een document consequent voor een van beide mogelijkheden kiest. Gebruik ze in een folder of op je website dus zeker niet willekeurig door elkaar.

Voor woorden die in verschillende varianten bestaan en die in jouw branche veel voorkomen, is het handig om in een woordenlijst vast te leggen welke keuze je als bedrijf maakt. Voordat ik mijn eigen bedrijfje begon, werkte ik op de communicatieafdeling van een organisatie voor ontwikkelingshulp. Wij hadden vastgelegd dat we als organisatie schreven over fondsenwerving en niet fondswerving, over Soedan en niet Sudan en dat iemand met hiv geïnfecteerd was en niet met hiv besmet. Welke woorden komen in jouw bedrijfscommunicatie regelmatig terug? Bekijk bijvoorbeeld eens op je website of ze overal hetzelfde zijn geschreven.

3. Getallen als woord of cijfers
Getallen kun je als woord uitschrijven of in cijfers neerzetten. Dat is allebei goed, maar het is slordig als je in een tekst eerst vijfennegentig schrijft en twee regels later 73. Het is dus handig om hier afspraken over te maken die iedereen toepast en waar je voor jezelf ook steeds op terug kunt grijpen (zodat je dit niet elke keer opnieuw hoeft af te wegen). Een gebruikelijke regel is om in lopende tekst onder andere de getallen tot en met twintig uit te schrijven en de tientallen tot honderd; dus drie, vijf, dertien, twintig, veertig en negentig. Daar kun je ook nog uitzonderingen bij vastleggen, bijvoorbeeld om temperatuur en tijdstip in cijfers te schrijven: om 7.30 uur was het 20 graden.

Dit zijn zomaar drie voorbeelden, maar er zijn nog meer taalsituaties waarin dit speelt. In al dit soort kwesties gaat het er eigenlijk niet om wát je kiest, áls je maar een keuze maakt en je daar (met z’n allen) consequent aan houdt. Oftewel: professioneel schrijven begint ermee dat je niet zomaar wat doet, maar dat je bewuste keuzes maakt en daar consequent in bent. Veel succes met schrijven!

dinsdag 5 november 2013

Lessen leren van Rabobank en Jansen Steur

Positieve aandacht voor jouw organisatie in de media is natuurlijk hartstikke leuk. Maar het kan ook gebeuren dat er negatieve berichten naar buiten komen. Afhankelijk van de omvang van het nieuws, kan dit grote schade toebrengen aan het imago van je bedrijf.

Afgelopen week bleek dat weer eens toen bekend werd dat zich fors minder deelnemers hebben ingeschreven voor de volgende Alpe d'HuZes, als gevolg van de financiële perikelen in augustus. Ook werd bekend dat de Libor-fraudezaak het vertrouwen in de Rabobank een gigantische knauw heeft gegeven.

Ook als een fout of schandaal niet het landelijk nieuws haalt, maar wel de interesse van de plaatselijke media wekt, zul je een manier moeten vinden om de schade zoveel mogelijk te beperken. Hoe ga je om met negatieve berichten in het nieuws? Hieronder lees je vijf belangrijke onderdelen in je reactie.

1. De waarheid
Zodra een schandaal of ander negatief bericht bekend wordt, is het niet meer in de doofpot te stoppen. In zulke situaties willen journalisten het naadje van de kous weten. Je komt er dan niet vanaf door ‘geen commentaar’ te zeggen en de telefoonverbinding te verbreken. Ook helpt het niet om te ontkennen of leugens te vertellen; het beste is om de waarheid te vertellen. Wat is er precies gebeurd en hoe heeft het zover kunnen komen?

2. De héle waarheid
Zorg ervoor dat je meteen alles op tafel gooit, zo nodig in een persconferentie. Juist als je de aandacht van de pers hebt getrokken, kun je er op rekenen dat ze nog wat verder gaan graven. Je ziet wel eens dat er wekenlang nog nieuwe details van een schandaal naar boven komen. Zo’n bedrijf is dan niet één dag of één week slecht in het nieuws, maar weken of maanden achter elkaar. Als alles in één keer is opgehelderd, valt er daarna niet zoveel meer over te ontdekken. De organisatie van de Alpe d’HuZes koos onmiddellijk voor de weg van transparantie en publiceerde op haar website zelfs een chronologisch overzicht van alle gebeurtenissen die tot de situatie hadden geleid.

3. Excuses
Daarnaast is het natuurlijk verstandig om excuses aan te bieden aan gedupeerden. Zelfs als er voor jouw gevoel allerlei plausibele redenen zijn waardoor iets fout is gegaan, heeft een slachtoffer daar weinig aan. Dat zie je op dit moment in de zaak van neuroloog Jansen Steur: hij kan wel blijven herhalen dat hij het goed heeft bedoeld of dat hij door medicijnverslaving van het pad af was, maar dit roept juist verontwaardiging op. Wat hij ook voor redenen had om verkeerde diagnoses te stellen, het heeft heel wat schade aangericht voor de benadeelde patiënten. Het minste wat zij verwachten is dat hij erkent dat hij schuld heeft aan hun leed en dat hij daarvoor onomwonden excuses aanbiedt.

4. Afstand nemen
Het komt veel voor dat verantwoordelijke personen worden ontslagen en dat de overblijvende bestuurders of medewerkers openlijk afstand nemen van wat de schuldigen hebben gedaan. Dit zie je nu bij het Libor-schandaal. Alleen is het in dit geval misschien niet genoeg: juist omdat (onder andere) financiële instellingen toch al een imago van ‘graaierscultuur’ hebben opgebouwd, is er ophef ontstaan over bonussen die de ontslagen medewerkers misschien niet terug hoeven te betalen.

5. Nooit meer
Ten slotte is het van belang om al snel (het liefst direct) maatregelen aan te kondigen die ervoor zullen zorgen dat zoiets nooit meer voor zal komen. Hierdoor kun je – zeker als het probleem relatief klein was – de aandacht van het nieuws verleggen en het schandaal met een sisser laten aflopen. Dit moeten natuurlijk wel geloofwaardige maatregelen zijn. Bij het Libor-schandaal zijn inmiddels omvangrijke veranderingen aangekondigd in het systeem, die ervoor moeten zorgen dat bankmedewerkers voortaan niet meer kunnen sjoemelen met de interbancaire rentestand. Bij zo’n groot schandaal is dit natuurlijk niet voldoende om alle imagoschade in korte tijd te herstellen, maar het is wel de enige manier om nog verder te kunnen.

Lees ook mijn eerdere blog over crisiscommunicatie.

maandag 28 oktober 2013

7 tips voor een goed persbericht

Ik schreef het al eerder: het sturen van persberichten is nog steeds de beste manier om journalisten te informeren over de activiteiten van jouw bedrijf. Deze keer wil ik je zeven tips geven voor het schrijven van een goed en compleet persbericht.
   
1. Wat is je nieuws?
Zorg dat de eerste alinea en de kop van je bericht meteen aan de lezer duidelijk maken wat het nieuws is. Begin dus niet met de slogan van je bedrijf of een pakkende overpeinzing over je branche, maar met de actuele aanleiding van je bericht. Dus niet: ‘Iedereen heeft schoenen nodig. Stel je eens voor dat je elke dag op blote voeten je huis uit moest ...’. Maar: ‘Schoenenwinkel Harmsen houdt komende zaterdag een grote opruiming.'

2. 5xW+H
De eerste alinea moet verder álle belangrijke informatie bevatten. Vaak is er in de krant geen ruimte voor jouw hele bericht en wordt een groot deel ervan weggelaten. Het zou jammer zijn als de locatie van je evenement daardoor niet wordt gepubliceerd.

Een bekende formule voor de eerste alinea is: 5xW+H. Beantwoord – voor zover van toepassing – de vragen wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. In het geval van de opruiming kan de eerste alinea zijn: Schoenenwinkel Harmsen (WIE) houdt komende zaterdag (WANNEER) een grote opruiming (WAT) in de winkel aan de Dorpsstraat 18 (WAAR). Voor alle schoenen geldt: twee plus een paar gratis (HOE). Met deze opruiming maakt Harmsen ruimte voor de nieuwe wintercollectie (WAAROM).

3. Schrijf in de derde persoon
Anders dan een advertentie, is een persbericht geen bericht van jouw bedrijf aan de lezer, maar een bericht dat de krant óver jouw bedrijf meeneemt. Schrijf dus over je bedrijf in de derde persoon. Niet: ‘Wij houden een opruiming’, maar ‘Schoenenwinkel Harmsen houdt een opruiming’.

4. Nog even voorstellen
Ga er niet vanuit dat iedereen jouw bedrijf of organisatie kent. Schrijf dus niet: ‘Harmsen houdt een grote opruiming’, maar ‘Schoenenwinkel Harmsen houdt … enzovoort’. Ook is het handig om een standaardalinea onder elk persbericht te plakken waarin je in een paar regels het bedrijf nog even voorstelt. In dit geval: ‘Harmsen is een schoenenwinkel die is gespecialiseerd in … De winkel is al ruim dertig jaar gevestigd aan de Dorpsstraat en is aangesloten bij branchevereniging …’

5. Online vindbaarheid
Noem altijd je websiteadres in je persbericht. Voor de lezer is het handig om de informatie over je actie nog eens online terug te zoeken, als de krant al bij het oud papier ligt. Zorg er daarom ook altijd voor dat op je site de informatie uit je persbericht terug te vinden is.

6. Contactpersoon vermelden
Soms worden persberichten rechtstreeks (of bewerkt/ingekort) in een krant geplaatst. Het gebeurt ook dat een journalist je verhaal in eigen woorden wil opschrijven of nog een paar vragen wil stellen als iets niet duidelijk is. Vermeld daarom altijd onder aan je persbericht een contactpersoon met telefoonnummer.

7. Foto meesturen
Stuur je een foto mee met je bericht, maak hier dan onder het persbericht melding van. Schrijf erbij wat er op de foto te zien is, dat deze kosteloos bij het artikel geplaatst mag worden en eventueel welke bron je daarbij vermeld wil zien. Voor het afdrukken van een foto is trouwens een hoge resolutie nodig (ga uit van tenminste 1 Mb). Verklein je originele foto dus niet voor verzending!

Lees ook mijn vorige blogs over publiciteit:

* Wil je geen blog meer missen? Abonneer je dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je kunt je natuurlijk altijd gemakkelijk weer afmelden. * 

maandag 21 oktober 2013

Welk persbericht naar welke media?

In mijn vorige blog stond ik stil bij vijf veel voorkomende fouten als het gaat om publiciteit. Hopelijk ben je er (nog meer) van overtuigd geraakt dat het zinvol is om gratis publiciteit na te streven.

Om de pers te informeren over het bestaan van jouw bedrijf en je producten en activiteiten, kun je persberichten versturen. En laat je niet wijsmaken dat een persbericht uit de tijd is, zoals ik laatst ergens las! Het is nog steeds de meest effectieve manier om journalisten over nieuws te informeren – naast het persoonlijk vertellen. Maar dat laatste kun je niet bij elk nieuwtje en bij alle journalisten doen. Dat is qua tijd niet haalbaar voor jezelf en voor journalisten ook helemaal niet handig.

Media selecteren op bereik, onderwerp, doelgroep

Nu wil ik het hebben over wélke media je precies benadert. Dat hangt per keer af van het soort nieuws dat je te melden hebt. Niet elk nieuwsbericht is geschikt om naar álle media te sturen. Het is ook niet zo verstandig om dat te doen: als je redacties heel vaak persberichten stuurt waar ze niets mee kunnen, zullen ze dat éne berichtje dat wel aansluit bij hun specialiteit of doelgroep gemakkelijk over het hoofd zien.

Landelijk of regionaal
Hoe groter je bedrijf is en hoe meer impact je nieuws heeft, hoe meer kans dat ook grotere media er aandacht aan zullen besteden. Ontslagen bij Postnl, ING of Philips halen eerder de Telegraaf dan ontslagen bij een plaatselijke schoenmaker. Is dat laatste dan voor niemand nieuws? Jawel! Voor de regionale huis-aan-huisbladen met wie Philips geen enkele regionale link heeft en die juist op zoek zijn naar nieuws uit hun eigen omgeving. En komt het hele dorp in actie om de ontslagen schoenmakersassistent de winter door te helpen, dan kan ‘Hart van Nederland’ van SBS opeens ook belangstelling krijgen!

Aansluiten op onderwerp
Er zijn ook media die niet plaats- maar onderwerpgebonden zijn. Denk aan tijdschriften over koken: die zijn misschien wel geïnteresseerd in een recordpoging van een onbekende bakker om de grootste krentenbol te bakken. En een tuinblad dat wellicht graag de nieuwste vijvertrend bij jouw hoveniersbedrijf in beeld komt brengen. Kijk dus ook met die ogen naar je bedrijf of organisatie: bij welke themamedia en vakbladen sluit mijn business aan?

Specifieke doelgroep
De Metro en de Spits zijn media die alle treinreizigers lezen: mannen en vrouwen, jongeren en ouderen. Sommige media zijn echter overduidelijk gericht op een specifieke doelgroep. Het kan zijn dat je regelmatig of eenmalig nieuws hebt dat voor zo’n groep interessant kan zijn. Zo kan een vrouwenblad belangstelling hebben voor de ludieke actie die een groep vrouwelijke ondernemers voor het kankerfonds organiseert. En een jongerenblad voor de handige app die jouw bedrijf heeft ontwikkeld voor scholieren.

Radio of tv?
Ten slotte wil ik radio en tv nog als specifieke media noemen. Deze media bestaan zowel in de landelijke als regionale versie. Ook hier geldt: het NOS Journaal haal je niet zo snel. Maar een regionale omroep ligt al meer binnen je bereik en de lokale stadsradio is echt wel haalbaar, zolang je nieuwswaardige berichten verstuurt. Bedenk daarbij dat het zeker voor tv aantrekkelijk is als er iets interessants, iets concreets in beeld gebracht kan worden. Een item met alleen pratende mensen is minder boeiend voor de kijker dan een groot schip dat maar net onder een lage brug door kan varen. Voor radio geldt dat op een andere manier. Heeft je personeel ter gelegenheid van het jubileum een cd opgenomen? Dan vindt een plaatselijk radiostation het misschien erg leuk om daar wat van te laten horen en erover door te praten.

Kortom: kies elke keer bewust aan welke media je een nieuwsbericht stuurt. Dan gaan redacties je niet als spammer beschouwen en heb je de meeste kans om af en toe de media te halen.

* Wil je geen blog meer missen? Abonneer je dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je kunt je natuurlijk altijd gemakkelijk weer afmelden. *

maandag 14 oktober 2013

Publiciteit - 5 veelgemaakte fouten

Gratis publiciteit in kranten en op radio en tv is altijd meegenomen voor je bedrijf of organisatie. Je kunt het natuurlijk helemaal aan het toeval overlaten of er over je wordt gepubliceerd, maar het is slimmer om ervoor te zorgen dat je de aandacht van journalisten op jouw activiteiten vestigt. Check snel of jij mooie kansen mist door onderstaande veelgemaakte fouten te maken.

1. De media nooit informeren
Journalisten zijn altijd op zoek naar nieuws: groot nieuws én klein nieuws. Ze zoeken niet alleen informatie die van levensbelang is, maar ook ludiek nieuws, mooie of grappige foto’s en persoonlijk verhalen. Als je de media niet van jouw bestaan, jouw ontwikkelingen en jouw activiteiten op de hoogte stelt, geef je ze ook niet de kans om er aandacht aan te besteden.

2. De media veel te weinig informeren
Misschien stuur je standaard twee keer per jaar een persbericht naar de media: bijvoorbeeld om je jaarcijfers te melden en om te informeren over je aanwezigheid op de jaarmarkt in het dorp. Bedenk dan dat er véél meer aanleidingen zijn om de pers te tippen! Hoe vaker je het probeert en hoe diverser je berichten zijn, hoe meer kans dat je de ene keer juist dat ene huis-aan-huisblad en de andere keer het lokale radiostation aanspreekt. Daar komt bij: als je een levend en levendig bedrijf bent, dan komt dat goed tot uiting als je regelmatig wat te melden hebt. (Natuurlijk moet een persbericht wel echt een duidelijke nieuwsaanleiding hebben.)

3. Al je nieuws naar álle media sturen
Aan de ene kant is het dus goed om regelmatig van je te laten horen. Aan de andere kant moet je media ook niet spammen met informatie die niet voor hen geschikt is. Wees dus selectief als je persberichten verstuurt. Een plaatselijke rommelmarkt zal in principe nooit de landelijke pers halen, dus hoef je de Telegraaf daar ook niet mee ‘lastig te vallen’. Voor het huis-aan-huisblad in je woonplaats is dit wél interessante informatie. Een ludieke recordpoging kun je veel breder melden. Misschien komt ‘Hart van Nederland’ wel kijken …

4. De regionale media onderschatten
Het is natuurlijk fantastisch als jouw bedrijf op een positieve manier in het Journaal van acht uur wordt genoemd. Meteen 2 miljoen Nederlanders die jouw naam horen! De kans hierop is echter niet zo groot: er zijn per uitzending een stuk of acht onderwerpen die worden gekozen uit al het landelijke en wereldnieuws van die dag. Verleg je aandacht en energie eens naar de regionale media in je omgeving. Zij selecteren nieuws niet zozeer op de impact die het heeft op de wereld; hun belangstelling gaat uit naar wat er dicht bij huis speelt, in hun eigen regio. De kans dat een huis-aan-huiskrant je bericht meeneemt is dus veel groter dan dat een landelijk medium dat doet. Daarnaast hebben regionale media een enorm, vaak onderschat bereik. Bijna elk huishouden in Nederland ontvangt gemiddeld twee huis-aan-huiskranten met regionaal nieuws. Richt je publiciteitspijlen dáár eens op!

5. Je bedreigd voelen als een journalist belt
Schandalen en narigheid zijn meestal (ook) interessante onderwerpen voor de media. Maar dat wil niet zeggen dat een journalist er altijd op uit is om ‘sleaze and dirt’ op te sporen. Als er dus een reporter naar je bedrijf belt, voel je dan niet bedreigd, maar zie het als kans om iets van je enthousiasme of vakkennis op hem over te brengen én op zijn lezers of luisteraars. Daar staat tegenover dat je ook niet meteen op alle vragen hoeft te antwoorden. Als je geen tijd hebt of een paar gevraagde gegevens wilt checken of overleggen, vraag dan gerust of je over een uurtje even terug kunt bellen. De journalist heeft er ook baat bij dat informatie correct in de krant komt. Wel moet je er rekening mee houden dat hij vaak een deadline heeft. Pas over twee dagen terugbellen is meestal te laat.

* Wil je geen blog meer missen? Abonneer je dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je kunt je natuurlijk altijd gemakkelijk weer afmelden. *

woensdag 2 oktober 2013

Slim communiceren

Vorige week schreef ik over het belang van investeren in je naamsbekendheid. Immers, onbekend maakt onbemind. Misschien denk je: alles goed en wel, maar al dat communiceren kost ontzettend veel tijd! Dat klopt – en ik ben ervan overtuigd dat het de moeite waard is – maar je kunt hier wel zo slim mogelijk mee omgaan. Door onderwerpen, gegevens en beeldmateriaal zo breed mogelijk in te zetten, maak je er maximaal gebruik van.

Eén keer alle info verzamelen, dan maximaal gebruiken

Een voorbeeld. Een boekwinkel krijgt een bekende schrijver op bezoek die uit zijn nieuwste boek zal voorlezen en boeken van fans zal signeren. De komst van de auteur is een mooi promotiemiddel voor het boek, maar ook voor de boekwinkel. De eigenaar heeft er dus alle belang bij dat het evenement breed wordt gecommuniceerd. Het zou toch jammer zijn als niemand ervan zou weten en er geen enkele fan op kwam dagen.

Doel, doelgroep en middelen
Allereerst bedenkt de winkelier wat zijn doel met de communicatie is: boekenliefhebbers in de regio informeren over de bijzondere leesmiddag en hen overhalen naar de boekwinkel te komen. Vervolgens bedenkt hij met welke communicatiemiddelen hij deze boekenliefhebbers in de regio kan bereiken. Dan zet hij alle informatie op een rijtje over het evenement: de datum, de plaats, de naam van de auteur en een aantal bekende werken van zijn hand, een korte inhoud van het nieuwste boek, een foto en een citaat van de auteur die de fans extra zullen aanspreken …

  • Foto
Nu kan het slimme communiceren beginnen: met alle ingrediënten die de winkelier heeft verzameld, kan hij de komende weken een heleboel communicatie-uitingen inzetten zonder er voortdurend veel tijd in te hoeven steken. De foto gebruikt hij op een poster die hij op zijn eigen winkeldeur plakt en misschien elders in de stad ophangt. Maar hij post de foto ook op de facebook-pagina en het twitteraccount van zijn zaak, waarvan hij weet dat de meeste volgers boekenliefhebbers uit de regio zijn, zijn precieze doelgroep. Verder komt de foto van pas voor zijn website en om mee te sturen met een persbericht naar de regionale pers.

  • Citaat
Ook het citaat waarin de schrijver aangeeft uit te kijken naar de ontmoeting met zijn fans is geschikt voor de sociale media, de website, het persbericht en misschien een betaalde advertentie. En natuurlijk vergeet hij niet om – samen met de auteur – via zijn digitale nieuwsbrief zijn vaste klanten hartelijk uit te nodigen voor de bijzondere middag.

  • Overige gegevens
De gegevens over de auteur en zijn boeken en de samenvatting van het nieuwe boek kunnen in het persbericht, het websitebericht en de nieuwsbrief worden gebruikt. Ten slotte bevatten alle berichten die in de loop van de weken op facebook en twitter worden geplaatst steeds een deel van alle informatie en elke keer een link naar het volledige bericht op de website.

Kracht van herhaling
Een bijkomend voordeel van dit slimme communiceren is dat mensen je boodschap op verschillende plaatsen in verschillende verpakkingen meerdere keren tegenkomen. En dan treedt een ander communicatie/marketingprincipe op: de kracht van herhaling!

woensdag 25 september 2013

Onbekend maakt onbemind

In een smalle straat net buiten het centrum van een grote stad bevindt zich de beste bakkerszaak van Nederland. Het brood, het gebak: alles is er even heerlijk. Er is één minpuntje: bijna niemand weet van het bestaan van deze bakker! Op de gevel hangt geen groot naambord, maar alleen een wit A4’tje met ‘bakkerij’ erop geprint. De bakker geeft geen folder uit, adverteert niet, heeft geen website of facebookpagina. Ja, hij staat wel in het telefoonboek en natuurlijk is er een kans dat potentiële klanten toevallig door het straatje komen.

Bezuinigen op pr?
In tijden dat het financieel moeilijk is, kun je als bedrijf of organisatie geneigd zijn te bezuinigen op je pr-budget. Maar hoe kun je verwachten dat mensen ontdekken dat jij de beste bakker bent, de mooiste fietsen verkoopt, een unieke aanpak hebt … als je het ze niet vertelt? Niet voor niets hebben we een spreekwoord ‘onbekend maakt onbemind’.

Het logische model van kennis – houding – gedrag

In de communicatie is dat spreekwoord vertaald in het model van ‘kennis – houding – gedrag’. Dit model gaat uit van het principe dat mensen eerst bijvoorbeeld een product moeten kénnen (kennis), er dan enthousiast over moeten worden (houding) en pas dan geneigd zijn om het te kopen (gedrag). Die volgorde kan niet worden omgedraaid. Je moet dus eerst voldoende en de juiste informatie geven vóór je de klant vraagt om in actie te komen en iets te kopen.

Overigens erg logisch: wie koopt er een brood bij een bakker waarvan hij niet weet dat die bestaat (kennis)? En als je kunt kiezen tussen tien bakkers in de stad, dan is de kans groot dat je je brood haalt bij degene waar je positieve verhalen over hebt gehoord of zelf al goede ervaringen mee hebt (houding).

Communicatie baant de weg
Hoewel communicatie soms niet direct meetbaar (verkoop)resultaat oplevert, is het dus toch belangrijk om erin te blijven investeren. Communicatie baant de weg voor verkoop in het bedrijfsleven en bijvoorbeeld ook voor het aantrekken van donateurs bij goede doelen. Onbekend maakt onbemind: wie jouw bedrijf niet kent en er (nog) niet positief tegenover staat, zal geen klant worden.

**
Najaarsaanbieding: online-media-pakket
Zie je het belang van regelmatig een vers nieuwsbericht op je website en de social media, maar kom je er gewoon niet aan toe? Misschien kan ik je helpen met mijn online-media-pakket. Kennismaken kan nu met korting. Lees hier meer over de najaarsaanbieding.

dinsdag 17 september 2013

De kracht van enthousiasme

‘Ach ja, leuk is anders, met al die bezuinigingen. Maar iemand moet toch voor de zieken zorgen.’ Als dit een slogan was voor werken in de zorg, zou de campagne waarschijnlijk niet veel nieuwe gegadigden trekken.

Heel anders wordt het als je een verpleegkundige in een spotje hoort vertellen: ‘De werkdruk is soms wel hoog, maar ik ga elke dag met plezier naar mijn werk. Ik weet dat daar mensen wachten voor wie je iets kunt betekenen. Soms patiënten die niet meer beter worden, maar voor wie je de pijn kunt verlichten. En gelukkig ook heel vaak mensen die met de juiste behandeling gezond het ziekenhuis weer kunnen verlaten. Daar doe je het voor.’

Aanstekelijk
Enthousiasme over je werk, over je bedrijf werkt aanstekelijk. Ik denk dat we daar nog veel meer gebruik van zouden kunnen maken in de communicatie. Vorige week was de Fondsenwerving & Zo Bootcamp waar ik de trainingen over persbeleid en (jaar)verslaglegging verzorgde voor mensen uit non-profitorganisaties. Wat was het inspirerend om die deelnemers over hun organisatie te horen praten! Het was overduidelijk dat niemand van de aanwezigen zijn of haar werk (puur) als broodwinning zag. Allemaal geloven zij in het doel van hun organisatie en gaan daar helemaal voor.

Waar is de passie in jouw bedrijf?

Misschien zou je niet elke baan of elk bedrijf direct met enthousiasme associëren. Een bloemkool is een bloemkool; mooi dat de groenteboer die verkoopt, maar niet om over naar huis te schrijven. Of: kantoren met mensen achter de computer moeten er nu eenmaal zijn, maar wie wordt daar nu laaiend enthousiast van?

Toch hoef je geen brandweerman te zijn en kinderen uit brandende huizen te redden om een mooi verhaal te hebben. Een ondernemer kan trots zijn op zijn producten of op de betrokkenheid en inzet van zijn personeel. Hij kan blij zijn met trouwe klanten of met passie praten over nieuwe ontwikkelingen en toekomstplannen. Waar en hoe breng je dit over, zodat ook anderen enthousiast worden? Een paar ideeën.

1. Enthousiasme over je werk
Waar: in een persbericht.
Hoe: meld niet alleen zakelijke informatie, maar neem ook een citaat op waaruit blijkt met hoeveel passie je mooie tuinen aanlegt waar mensen jarenlang van kunnen genieten. Waar haal jij je voldoening uit?

2. Enthousiasme van een klant over jouw product
Waar: op je zakelijke facebookpagina.
Hoe: vraag op je pagina aan klanten waarom zij jouw brood het lekkerste brood van de streek vinden. Hun aanbevelingen zijn vele malen meer waard dan wanneer jij zelf zegt dat je het lekkerste brood hebt.

3. Enthousiasme van een medewerker over het bedrijf

Waar: in je jaarverslag.
Hoe: Laat één of enkele medewerkers vertellen wat ze zo leuk vinden aan hun werk of de organisatie.

Een klein puntje van voorbehoud: overdrijft het niet, want dan wordt je weer minder geloofwaardig. Een verpleegkundige die haar werk zou beschrijven als een paradijselijke situatie, terwijl iedereen weet van bezuinigingen en werkdruk, klinkt meer als een reclame van een waspoeder dat ‘witter dan wit’ wast. Die boodschap neem je met een korreltje zout. Realistisch en enthousiast lijkt mij een mooie combinatie.

donderdag 5 september 2013

Voorbereid op een ramp

Pieter zit met zijn handen in het haar. Het lijkt wel of hij in een nachtmerrie is beland. Hij heeft zojuist ontdekt dat zijn compagnon de bankrekening heeft geplunderd en met de noorderzon is vertrokken. De politie onderzoekt de zaak, maar ondertussen zit Pieter met de gevolgen. Hoe kan hij de salarissen van het personeel uitbetalen? Hoe moet het met de rekeningen van leveranciers? Wat als de klanten ervan horen en allemaal weglopen?

De telefoon gaat. De secretaresse kondigt aan dat er een journalist aan de lijn is. Blijkbaar is er al iets uitgelekt en dát terwijl de medewerkers nog niet eens zijn ingelicht. Hoe kan Pieter het bedrijf zo goed mogelijk door deze crisis loodsen?


In elk bedrijf, in elke organisatie kunnen dingen misgaan. Denk aan een ongeluk, brand, een schandaal, een grote fout waardoor veel klanten worden gedupeerd, een cyberaanval en noem maar op. 'Goede doelen' zijn hier extra gevoelig voor: als zij de sympathie van hun achterban verliezen, kan dit in korte tijd verregaande gevolgen hebben voor hun inkomsten en zelfs hun voortbestaan. En het kan zomaar gebeuren, zoals twee weken geleden nog bleek toen de succesvolle actie Alpe d'HuZes negatief in het nieuws kwam.

Communicatie onmisbaar
In al dit soort gevallen – bij grote en wat kleinere crisissituaties – is goede communicatie onmisbaar om je bedrijf overeind te houden. Zelfs al zou je liever alles buiten de pers houden. Hierin zijn de eerste uren cruciaal. En omdat het oplossen van de crisis zélf natuurlijk ook veel aandacht en energie vraagt, is het verstandig om een crisiscommunicatieplan klaar te hebben liggen op het moment dat je hem nodig hebt!


Het crisiscommunicatieplan moet klaar liggen

Het woord zegt het al: met een crisiscommunicatieplan plan je de communicatie tijdens een crisis. Het plan moet antwoord geven op vragen zoals: welke doelgroepen moeten worden geïnformeerd, in welke volgorde en met welke middelen; hoe zorg je dat je de informatie die je kwijt wilt zó naar buiten brengt als je dat zelf wilt; welke medewerkers en misschien een externe crisisleider roep je onmiddellijk bijeen om een crisisteam te vormen; wie neemt de rol van woordvoerder op zich; en via welke telefoonnummers zijn de leden van het crisisteam de komende dagen 24/7 bereikbaar.

Wie zegt wat?
In het geval van Pieter is het eerste wat qua communicatie moet gebeuren, het personeel op de hoogte stellen. Het moet natuurlijk nooit zo zijn dat medewerkers een ramp via de media te horen krijgen. Ook moeten Pieter en zijn crisisteam zich beraden op het verhaal dat zij naar de media doen. Wacht het bedrijf af tot het moment dat journalisten vragen gaan stellen of wordt binnen een uur een persbericht verstuurd? Is het wijs om vaste klanten of de klanten die op dit moment een bestelling bij hem hebben lopen met een spoedmailing te informeren? En neemt Pieter pas contact op met de leveranciers op het moment dat hij meer kan vertellen over de facturen die zij nog bij het bedrijf uit hebben staan of krijgen zij meteen een telefoontje waarin zo snel mogelijk nadere informatie wordt beloofd? Welke instructies krijgt de receptioniste voor het beantwoorden van vragen die bij haar binnenkomen? Is er iemand die opmerkingen en vragen op twitter en facebook in de gaten houdt en beantwoordt?

Er komt dus heel wat bij kijken. Een crisis zorgt voor paniek en voor veel onverwacht werk. Zorg dat je crisiscommunicatieplan klaar is en regelmatig wordt geactualiseerd. Dan hoef je het, op het moment dat het nodig is, alleen nog maar concreet in te vullen en in werking te stellen.

Actueel voorbeeld: Alpe d'HuZes
Tot slot: het is leerzaam te bekijken hoe anderen met een crisis om zijn gegaan. Zoals gezegd is de landelijk bekende actie Alpe d'HuZes een zeer actueel voorbeeld. Op de website zie je onmiddellijk dat de organisatie voor de weg van transparantie heeft gekozen: nog dezelfde avond heeft de organisatie een verklaring gepubliceerd waarin het bestuur zich distantieert van wat er is gebeurd (bijna 47.000 keer bekeken!). Een tweede verklaring van een paar dagen later is bijna 44.000 keer gelezen. Verder staat er een uitgebreid chronologisch overzicht van alle gebeurtenissen die tot deze situatie hebben geleid en waarin meteen wordt gemeld dat de banden met de sub-stichting waar de problemen zijn ontstaan, zijn verbroken (33.500 lezers).

Een crisiscommunicatieplan opstellen? Karssen Communicatie kan daarbij helpen.

donderdag 29 augustus 2013

Wil je mij de jam doen toekomen?

Joost en Marjan zitten aan tafel. ‘Wil je mij de jam doen toekomen?’ vraagt Marjan. Haar man pakt de pot jam op en overhandigt die aan Marjan. ‘Bijgaand lever ik je desgevraagd het product jam. Hopende dat deze goed mag smaken, verblijf ik …’

Ik weet niet hoe het bij jou aan het ontbijt gaat, maar bij ons vragen we gewoon: ‘Mag ik de jam?’, waarop de ander (hoogstens) ‘alsjeblieft’ terugzegt. Als ik opeens zou gaan praten als Joost en Marjan, zou mijn man verbaasd vragen wat me mankeert.

Verouderd en onnatuurlijk
Toch zie ik regelmatig brieven van bedrijven voorbij komen, waarin zinnen staan die niemand ooit mondeling zou gebruiken. Zinnen met woorden die echt verouderd zijn, zoals ‘doen toekomen’. Of die onnodig omslachtig of onnatuurlijk zijn, zoals ‘hopende dat’ en ‘verblijf ik’. Als je iets schrijft, is het toch de bedoeling dat de lezer je boodschap zo goed mogelijk begrijpt. Moeilijke of stokoude woorden en ingewikkelde zinnen dragen daar niet aan bij. Houd je tekst dus eenvoudig en gemakkelijk leesbaar.

Een middenweg tussen amicaal en plechtig

Natuurlijk bestaat er wel een middenweg tussen amicale spreektaal en al te plechtige schrijftaal. Je klant is meestal niet iemand met wie je nog hebt geknikkerd, dus schrijf niet: ‘Hé Piet, hier zijn de potten verf. De mazzel!’. Maar dit is nu ook weer niet nodig:‘Weledele heer De Vries, gaarne doen wij u de bestelde potten verf toekomen’. Een tussenweg kan zijn: ‘Geachte meneer De Vries, hierbij ontvangt u de potten verf die u hebt besteld’. Beleefd, maar wel met woorden die je dagelijks gebruikt.

Hardop voorlezen
Twijfel je eraan of jouw brieven gewoon beleefd of té formeel zijn? Lees ze dan eens hardop voor en stel je daarbij voor dat de klant in je kantoor of winkel staat. Klinken je woorden natuurlijk of zou je nóóit zo praten? In het laatste geval kun je je zinnen vast nog wel wat informeler maken.

Echt niet meer gebruiken
Tot slot een paar voorbeelden van verouderde woorden die je voortaan maar beter kunt vervangen door modernere varianten.

Niet: Derhalve kunnen wij het product helaas niet leveren ...
Maar: Daarom kunnen wij het product helaas niet leveren ...

Niet: Gaarne stuur ik u de brochure toe.
Maar: Graag stuur ik u de brochure toe.

Niet: Wij hebben uw schrijven ontvangen. (!!)
Maar: Wij hebben uw brief ontvangen.

Niet: We sturen u de potten verf alsmede de bijbehorende kwasten.
Maar: We sturen u de potten verf en (ook) de bijbehorende kwasten.

Niet: De bestelling welke we van u hebben ontvangen …
Maar: De bestelling die we van u hebben ontvangen …

donderdag 1 augustus 2013

Hoe doen anderen het?

Elke ondernemer is in zijn privé-tijd ook een consument. Iedereen die (zakelijk) communiceert is tegelijk ook een ontvanger van communicatie. Je hebt misschien een eigen website, maar je leest vast ook wel eens andermans websites. Verstuur je een digitale nieuwsbrief of geef je elke week een folder uit? Je krijgt ze zelf ook in je mailbox en brievenbus. Er is dus overal om je heen heel veel voorbeeldmateriaal op het gebied van communicatie. Probeer daar zoveel mogelijk van te leren! Oftewel: kijk de communicatiekunst af bij anderen.

Dat kan op verschillende manieren:

1. Wat spreekt mij als consument aan?
Open je mailbox eens en bekijk de onderwerpen van de nieuwsbrieven die daarin staan. Hoe proberen andere bedrijven jouw aandacht te trekken? Welke soort koppen zorgen ervoor dat jij de nieuwsbrief opent en welke nieuwsbrieven gooi jij ongelezen weg? Waarom?

Als je geen enkele nieuwsbrief ontvangt, kun je je gemakkelijk op een aantal abonneren. Bijvoorbeeld van branchegenoten of met onderwerpen die over jouw hobby’s gaan.

Je bent als ondernemer zelf ook consument

2. Hier knap ik zó op af!
Elke week krijg je een grote stapel folders in de brievenbus. Lees ze eens goed door en bekijk wat jou niet aanspreekt bij andere bedrijven. Een aanbieding die maar een dag geldig is, kleine lettertjes waardoor de mooie aanbieding toch niet voor jou bereikbaar blijkt te zijn? De dingen waar jij als consument op afknapt, moet je natuurlijk zelf ook niet toepassen in jouw eigen zakelijke communicatie-uitingen. Verplaats je in je klant.

3. Hé, dat is een leuk idee!
Soms kom je onverwacht een manier van communiceren tegen die je nog niet kende of niet eerder had gezien. Het kan te maken hebben met nieuwe digitale snufjes, maar ook met een bijzondere kennismakingsactie of mailing waar je zelf nooit aan gedacht had. Laat je door zulke ideeën van anderen inspireren. Niet per se om volgende week precies hetzelfde te doen (hoewel: beter goed gejat dan slecht bedacht ;-)). Het kan ook later van pas komen of  je eigen creatieve bronnen aanboren. In elk geval: schrijf originele communicatietips ergens op of maak een mapje aan om voorbeelden te bewaren.

Het is lastiger om je eigen nieuwsbrief, je eigen website, je eigen activiteiten op twitter met een kritische blik te bekijken, maar probeer het toch eens. En vraag ook eens aan een ander hoe jouw communicatie overkomt.

maandag 22 juli 2013

Recensie: Bloggen als een pro

Bloggen – het bijhouden van een weblog – is tegenwoordig een veel gebruikte manier om je als ondernemer of bedrijf op internet te profileren. Het idee van zakelijk bloggen is om kennis te delen met je bezoekers en daarmee tegelijk te laten zien dat je expertise hebt op je vakgebied. Maar hoe word je een succesvolle blogger? Van de week las ik het boekje ‘Bloggen als een pro in 60 minuten’ van blogexpert Elja Daee.

Het boekje van 143 pagina’s is onderdeel van de zevendelige serie ‘Digitale trends en tools in 60 minuten’ van Uitgeverij Haystack en internetplatform Frankwatching.com. Het boek over bloggen is inderdaad in precies een uur te lezen en naderhand ben je echt geïnspireerd om onmiddellijk aan de slag te gaan of – als je al begonnen bent – veel vaker te gaan bloggen of zelfs nog andere blogs over andere onderwerpen te beginnen. Daar staat tegenover dat het boek theoretischer en iets minder praktisch is dan ik had verwacht. Dat zit zo.

Niet over de inhoud van het blog,
maar over de instelling van de blogger

Op de achterkant van het boekje lees je dat het gaat over ‘succesvol bloggen’. Daee legt uit dat dit voor de meeste mensen betekent: ‘behoorlijke bezoekersaantallen en andere meetbare resultaten’. Het belangrijkste van een blog is de inhoud, schrijft de auteur op pagina 12, maar daar is al veel over geschreven en daarom gaat dit boek daar niet over. Waar het wel over gaat, is de instelling waarmee je aan het bloggen gaat. Die bestaat bij een succesvolle blogger uit drie ingrediënten: authenticiteit, focus en toewijding. Op deze drie succesfactoren gaat het boekje dieper in.

Authenticiteit en focus
Onder ‘authenticiteit’ wordt bijvoorbeeld uitgelegd hoe je je blog persoonlijk maakt, bijvoorbeeld door taalgebruik en eerlijkheid, en hoe je je passie voor je onderwerp kunt uiten in je blog. Onder ‘focus’ wordt verstaan dat voor de lezer (en de zoekmachines) duidelijk is over welk onderwerp jouw blog gaat. Om dat thema duidelijk te maken, kun je verschillende uiterlijke kenmerken inzetten, zoals de lay-out en de titels.

Ten slotte wordt onder ‘toewijding’ bepleit om veel tijd en energie in je blog te stoppen als je er een succes van wilt maken. Daee adviseert om meerdere artikelen per week te publiceren, het liefst zelfs elke dag een. Daarbij gaat kwantiteit niet boven kwaliteit, maar moet je aan de andere kant ook niet té perfectionistisch zijn. Vaker bloggen leidt in haar ervaring tot meer bezoekers, meer comments, betere vindbaarheid, maar ook tot beter schrijven doordat je ervaring opdoet. Gelukkig geeft ze ook wat tips om dit praktisch haalbaar te maken, zoals het starten van een groepsblog, vooruit werken, gebruiken van vaste formats en inhoudelijk plannen.

Veel voorbeelden
Het hele boekje is doordrenkt van voorbeelden van succesvolle blogs die Daee zelf graag volgt. Een waardevolle toevoeging aan het boek, omdat het duidelijk maakt dat succesvol bloggen op veel verschillende manieren kan en dat het over veel verschillende onderwerpen kan gaan.

‘Bloggen als een pro’ is kortom een boekje dat je echt enthousiast maakt voor het bloggen en dat je aanmoedigt daar een succes van te maken. Het is alleen wel belangrijk om van tevoren te weten dat het boek niet gaat over inhoud, onderwerpen en opbouw van een goed blogartikel, want anders valt het wat tegen.

Gegevens boek: Bloggen als een pro in 60 minuten - Elja Daee - ISBN: 9789461260482 - Uitgeverij Haystack

dinsdag 16 juli 2013

Webinar 'Handboek content strategie'

Vanmiddag werd op de website van Adformatie een webinar gehouden, waarin auteur Patrick Petersen zijn nieuwe 'Handboek content strategie' toelichtte. Een aantal van zijn opmerkingen:

- 'Social media' is een containerbegrip: met de kanalen alleen red je het niet om mensen te boeien en te binden (aan je bedrijf, product). Je moet de kanalen met goede content vullen.

- Facebook en twitter hebben veel gebruikers, maar 'awareness' zit bij de nu nog kleine kanalen zoals Pinterest en Instagram. Daar alvast aanwezig zijn, al levert het niet metéén wat op.

- Twitter kan goed voor B2B (Business to Business) worden ingezet. Facebook is in dat opzicht in opkomst in NL, maar nog lang niet zo ver als in VS.

- Case: Fred & Ed. Via cartoonizing worden kinderen enthousiast gemaakt voor fruit.

- LinkedIn heeft veel mogelijkheden voor B2B, maar wordt nog lang niet optimaal gebruikt: bedrijfspagina niet gevuld, weinig updates, niet creatief en intensief gebruikt.

- Topicking: old school content (bijvoorbeeld persbericht) helemaal uit elkaar trekken en de info verspreiden in een mix van content en channels. Bijvoorbeeld: een quote op twitter, een mooie foto op Pinterest, etc.

- Kortom: zorg voor aansprekende content op de juiste kanalen en stimuleer interactie.

De gratis webinars van Adformatie zijn hier te volgen.

maandag 15 juli 2013

Bang voor twitter

Een paar jaar geleden had McDonald’s tijdelijk een milkshake met kokossmaak in het assortiment. Ik ben dol op kokos en heb die bewuste zomer verschillende keren van de heerlijke kokosshake genoten. Wat jammer was het dat hij vervolgens jarenlang niet meer verkrijgbaar was. Tot ik dit voorjaar in een commercial op tv zag dat de kokosshake terug was! Ik prees mezelf gelukkig dat ik de aankondiging niet gemist had en besloot meteen om de fastfoodketen op twitter te gaan volgen. Dan zou ik voortaan immers via mijn tijdlijn worden gewaarschuwd zodra de kokosshake weer verkrijgbaar was!

Ik zocht en vond het twitteraccount van McDonald’s Nederland (@McD_Nederland), maar wat las ik tot mijn verbazing? ‘Op Twitter zijn we niet actief. Volg ons op Facebook of bekijk onze site voor nieuws en acties.’

Niet op twitter zijn, betekent niet dat er niet over je gepraat wordt

Ik was echt verbaasd. Voor mijn gevoel biedt twitter veel kansen voor een bedrijf als McDonald’s, zowel om producten aan te prijzen en acties aan te kondigen, als om actief te werken aan je imago (is het je bijvoorbeeld opgevallen dat in geen enkele hamburger van McDonald's paardenvlees is aangetroffen?). Dus: hoe kon zo’n groot en populair concern, met 3 miljoen gasten per week, de kans laten liggen om stevig ‘in de broekzak’ van miljoenen fans terecht te komen?

Kwetsbaar voor kritiek
Een maand of twee later kreeg ik, tijdens de vakbeurs MarCom13, het antwoord op die vraag. Een van de seminars daar werd verzorgd door een marketingdirecteur van McDonald’s Nederland. Hij vertelde onder meer hoe belangrijk het was om online present te zijn, maar dat het hem sinds zijn aantreden de nodige moeite had gekost om anderen in zijn bedrijf daarvan te overtuigen. Inmiddels waren er voorzichtig een paar digitale stappen gezet. ‘Nee, het is nog niet mogelijk om via internet een BigMac te bestellen’, zei hij, ‘maar we hebben nu wel een goede, actuele en beheersbare website. Ook zijn we begonnen met een pagina op facebook.’ Een twitteraccount was nog een stap te ver, legde hij uit. Op twitter was je namelijk zo kwetsbaar voor kritiek en negatieve opmerkingen. Daar durfde men zich nog aan te wagen! Mijn vraag was beantwoord, maar mijn verbazing was alleen maar groter geworden.

Tegen McDonald's (en andere bedrijven die om deze reden bang zijn voor twitter) wil ik graag zeggen: bedenk dat ook op kantoren en op feestjes over je bedrijf en je producten wordt gesproken, in positieve én negatieve bewoordingen. Het is een beetje naïef om te denken dat je dat kunt voorkomen door er gewoon niet bij te zijn. Hetzelfde geldt voor twitter: dat je daar als bedrijf niet aanwezig bent, betekent niet dat mensen hun opmerkingen niet maken. Het betekent alleen dat je niet kunt reageren en dat je kansen mist om met fans en critici in gesprek te komen.

maandag 8 juli 2013

Voorbeeld van succesvolle storytelling

Supermarktketen Deen – met 65 winkels in Noord-Holland en Flevoland – bestaat tachtig jaar. Bij mijn boodschappen kreeg ik daarom onlangs de glossy die het bedrijf vanwege het jubileum heeft uitgegeven. Een paar dagen later zit ik lekker met het magazine in de tuin. Eens kijken wat het bedrijf over haar tachtigjarig bestaan te vertellen heeft. En wat blijkt? Het blad is één groot (en wat mij betreft succesvol) voorbeeld van 'storytelling'.

Het begint al in het voorwoord van Fons Deen, zoon van de oprichter en directeur holding en vastgoed. Hij vertelt hoe hij als kind achter de winkel speelde of in het magazijn hielp. Vanaf de eerste regel krijgt het bedrijf opeens een gezicht. Verderop vertelt meneer Deen dat het bedrijf nooit landelijke ambities heeft gehad. 'Gewoon, omdat we onze trouwe klanten goede verse producten willen aanbieden …' en het zou niet lukken om de streekproducten over heel Nederland te verspreiden zonder kwaliteitsverlies. Sympathiek, denk ik.

Onze streekleveranciers
De rest van het blad borduurt hierop voort. We maken kennis met die streekleveranciers van Deen: onze aardappelhandelaar, onze varkenshouder, onze plantenkweker, onze wijnboer. Daarnaast met medewerkers achter de kassa, met zes stellen die elkaar op de werkvloer van Deen hebben leren kennen en met een paar bekende Nederlanders die hun boodschappen ook bij Deen halen. Leuke verhalen waardoor je plotseling anders naar je supermarkt gaat kijken. Een vleugje maatschappelijk verantwoord ondernemen blijft ook hangen: verspreid over de filialen werken negentig mensen met een beperking. Goed bezig.

Achter de schappen melk, brood en macaroni zie ik plotseling een familiegeschiedenis

Het voorwoord van Fons Deen wordt verder uitgewerkt met een prachtig artikel met herinneringen van deze zelfde zoon en van drie kleinkinderen die ook allemaal in het bedrijf werken. Geïllustreerd met onder meer zwartwitfoto's uit de begintijd. Achter mijn plaatselijke supermarkt, achter de schappen melk, brood en macaroni zie ik plotseling een familiegeschiedenis.

Doorvertellen
Storytelling is hot in de bedrijfscommunicatie, zowel voor interne als externe communicatie. Het doel is om medewerkers en klanten bij je bedrijf te betrekken en ze te binden door ze een aansprekend 'groter plaatje' te laten zien, gepresenteerd als een verhaal. Het liefst zo'n mooi verhaal dat de luisteraars het door vertellen. Wat mij betreft is Deen daarin met hun jubileummagazine uitstekend geslaagd: ik heb er al verschillende mensen over verteld en schrijf nu zelfs dit blog.

Wilt u uw bedrijfsgeschiedenis uitwerken? Ik help u graag: www.karssencommunicatie.nl.

maandag 1 juli 2013

Trainingsdag voor fondsenwervers

Ben jij toe aan een frisse update op het gebied van fondsenwerving en communicatie?

Wil jij nieuwe inzichten graag onmiddellijk vertalen naar de praktijk?

Heb jij bovendien zin in een dag bomvol inspiratie?


Kom dan op 12 september naar 
de Fondsenwerving & Zo Bootcamp!

Samen met drie andere professionals op het gebied van fondsenwerving en communicatie organiseer ik een heel praktische trainingsdag voor fondsenwervers binnen goededoelenorganisaties. Het is de bedoeling dat je de volgende dag meteen met je nieuw verworven kennis aan de slag kunt! Daarom gaan we in kleine groepen de diepte in, waarbij er alle ruimte is voor individuele aandacht en maatwerk.

Er zijn acht breakout sessies, waarvan je er vier kunt volgen:
• Hoe kom ik in de krant?
• Sociale media: Help! Ze praten terug.
• Fondsenwerven bij bedrijven
• Fondsenwerfstrategie
• Transparantie en verslaglegging
• Crisis in je organisatie, wat nu?
• Online marketing
• De waarde van een professioneel communicatieplan

De bootcamp wordt gehouden in Zeewolde. Deelname kost 95 euro exclusie btw.

Voor meer informatie en aanmelding: www.fondsenwervingenzo.nl. Volg ons ook op facebook en twitter.

dinsdag 4 juni 2013

Help, mijn klant praat terug!

Bakker Willems heeft een klant aan de telefoon. Hij hoopt de klant ervan te overtuigen iets bij hem te komen kopen.
Bakker: ‘Wij hebben het lekkerste brood van de regio! Dit is uit onderzoek gebleken.’
Klant: ‘Ik heb gisteren een taart bij jullie gekocht, maar de slagroom had een rare smaak.’
Bakker: ‘Voor dagelijks vers gebak bent u bij ons aan het goede adres!’
Klant: ‘Die ervaring heb ik dus niet. Ik moest mijn verjaardagsgasten gisteravond een biscuitje geven, want de taart was niet te eten.’
Bakker: ‘Deze week hebben we een speciale aanbieding: vijf krentenbollen voor de prijs van vier.’


Als je dit gespreksverslagje leest, valt je meteen op dat er eigenlijk helemaal geen sprake is van een ‘gesprek’. De bakker vuurt zijn verkoopverhaal op de klant af, maar reageert niet op diens klacht. Elke ondernemer begrijpt dat dit niet werkt.

Toch zijn er bedrijven die op een dergelijke manier omgaan met de sociale media zoals twitter en facebook. Ze gebruiken deze media als online advertentieruimte: je prijst je bedrijf en je producten aan en plaatst er je aanbiedingen op. De respons hopen ze te merken in een toename in het aantal klanten in de winkel.

Twitter is een telefoongesprek, geen advertentie

Interactief
Kenmerkend voor de sociale media is echter dat ze interactief zijn. Twitter lijkt meer op een telefoongesprek dan op een advertentie in een krant. Dat betekent dat je niet alleen praat, niet alleen je boodschap ‘dumpt’, maar dat je ook luistert en reageert. En net zoals je de spelregels van een telefoongesprek niet zomaar kunt veranderen, kun je ook niet beslissen: ‘ik gebruik twitter alleen om mijn boodschap te vertellen en niet om te reageren op vragen en opmerkingen van anderen’ (zoals sommige bedrijven zelfs in de bio (het introductieveldje) van hun twitteraccount schrijven!).

Persoonlijk contact
Het kan dus gebeuren dat een klant je via twitter of facebook een vraag stelt, een compliment maakt of een klacht neerlegt. Negeer die reacties niet! Een klant die de sociale media gebruikt om met jou te communiceren, beschouwt dit als een ‘telefoongesprek’: hij verwacht antwoord. Als jij hem negeert, wordt dit je niet in dank afgenomen en loop je zelfs het risico dat de klant zijn irritatie via diezelfde sociale media met zijn volgers en vrienden deelt.

Gebruik je dus de sociale media voor je bedrijf, kijk dan elke dag even of er ook reacties op je berichten zijn geschreven en … beantwoord die meteen! Als je dit goed doet, kun je zelfs stijgen in de waardering van een oorspronkelijk gedupeerde klant. En het is een prachtig middel voor (min of meer) persoonlijk contact met je klanten.

Openbare discussie
Overigens hoef je geen heen-en-weerdiscussie in het openbaar op twitter te voeren! In het geval van de bedorven slagroom kan de bakker naar de klagende klant tweeten: ‘Erg vervelend! We willen u graag voor dit ongemak compenseren. Stuur ons even een mail via …’ (met e-mailadres, of verwijs naar een telefoonnummer).

Wilt u advies op maat over het gebruik van sociale media voor uw bedrijf? Neem dan contact op met Karssen Communicatie.

dinsdag 14 mei 2013

Ssst niet doorvertellen: wij doen aan MVO

Bedrijven communiceren te weinig over hun activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Slechts 25 procent van de bedrijven vermeldt deze activiteiten in hun communicatie-uitingen, terwijl 75 procent van het publiek en ruim 50 procent van de pers hier belangstelling voor heeft. Dat blijkt uit internationaal onderzoek. Onlangs riep Willem Lageweg, directeur van kennis- en netwerkorganisatie MVO Nederland, daarom op MVO structureel op te nemen in communicatiebeleid.

Er zijn goede redenen om te communiceren hoe jouw bedrijf positief aan de samenleving bijdraagt. Het levert goede reclame, tevreden klanten en trotse medewerkers op. Daarnaast kan het andere ondernemers inspireren om ook vorm te geven aan MVO. Maar hoe doe je dat dan?

Eigen medewerkers
Allereerst is het zaak om je eigen medewerkers te informeren over wat je aan MVO doet. Trotse medewerkers zijn de beste ambassadeurs voor je bedrijf (en ze schijnen ook nog eens loyaler en productiever te zijn). Is er een interne nieuwsbrief, intranet of een prikbord in de kantine, maak daar dan gebruik van om foto’s te delen van een vrijwilligersdag of de opbrengst van een verkoopactie voor het goede doel.

Klanten
De eigen website en een nieuwsbrief kunnen klanten op de hoogte te houden van het goede doel dat wordt gesteund. Bedank de klant voor zijn bijdrage: ‘Met uw aankoop steunt u … Dank u wel!’ Of vermeld standaard in het colofon van uw blad: ‘Wij produceren CO2-neutraal’. Is wellicht een aantal medewerkers op bezoek geweest bij een milieu- of ontwikkelingsproject dat wordt gesteund, dan is een verslagje op de site of een weblog met een reisverslag leuk.

Het brede publiek
Ten slotte kun je ook de pers en het brede publiek van informatie voorzien. Bijvoorbeeld met een hoofdstuk MVO in het jaarverslag: wat is er gedaan en bereikt? Als er iets bijzonders, iets nieuws te melden is, kan er een persbericht naar de media worden gestuurd. Aanleidingen kunnen zijn: het gaan ondersteunen van een nieuw doel, het afsluiten van een actie (met opbrengst), aankondiging of foto met verslag rondom deelname aan de jaarlijkse vrijwilligersdag NL Doet, behaald resultaat in een gesteund project.

Boeiend: het verhaal achter het waarom

In alle gevallen is het interessant om ook uit te leggen waarom jouw bedrijf aan MVO doet en waarom je juist voor een bepaalde vorm hebt gekozen. Juist dit verhaal achter het waarom is boeiend. Het voorkomt dat je communicatie hierover overkomt als borstklopperij en neemt ook het vooroordeel weg dat je alleen aan MVO doet omdat het ‘moet’ of ‘werkt’ (voor jouw omzet).

Heeft je bedrijf een speciale binding met de eigen woonplaats of regio en wordt een lokaal initiatief gesteund, dan is dat ‘voer’ voor een mooi verhaal in de lokale media. Maar denk ook aan een makelaarskantoor dat een woningbouwproject in Ethiopië steunt of een chemische fabriek die zijn uitstoot drastisch probeert te verminderen. Of een bedrijf waarvan een medewerker kanker heeft overwonnen, waarna collega’s de Alpe d’Huez fietsen voor het kankerfonds. Of een internationaal bedrijf dat voor elke vliegreis van een medewerker een boom laat planten.

Ga er eens mee aan de slag of neem een professional in de arm om je te helpen je MVO structureel op de kaart te zetten.

Naar de website van Karssen Communicatie.
Naar een artikel over het niet communiceren van MVO.

vrijdag 26 april 2013

Tien communicatiemiddelen, één boodschap

De vriendinnen Margreet en Wilma zitten in de bioscoop. In de pauze verschijnen reclameberichten van lokale ondernemers op het scherm. Ze kijken er met een half oog naar, terwijl ze de eerste helft van de film met elkaar bespreken. Een slide die Wilma’s aandacht trekt, is die van een plaatselijke rijschool. Het bedrijf heeft een aantrekkelijke aanbieding: twintig procent korting op motorrijlessen. Wilma wil eigenlijk al lang haar motorrijbewijs halen en deze kortingsactie motiveert haar extra om daar nu eens werk van te maken. Zodra ze weer thuis is, zoekt ze de website van de rijschool op. Maar waar ze ook kijkt, de kortingsactie wordt nergens vermeld. Heeft ze het verkeerd gelezen? Is de actie al voorbij? Wás het wel deze rijschool?

Als bedrijf maak je vaak gebruik van verschillende communicatiemiddelen om je aanbod en acties bij het publiek bekend te maken. Denk bijvoorbeeld aan een reclamefolder in de brievenbus, een billboard langs de weg, een advertentie of een persbericht in de krant, een radio- of televisiespotje, een banner op internet, berichten op twitter en je website. Het is de uitdaging om alle middelen die je inzet dezelfde boodschap te laten vertellen.

Effectief communiceren vraagt om een strategie

In het voorbeeld van Wilma en de rijlessen is er iets misgegaan. Er is geld gestoken in een reclamecampagne via de bioscoop en daar is tenminste één potentiële klant mee bereikt. Het is bijna zeker dat de volgende stap van elke belangstellende is, om op de website naar meer informatie te zoeken. Nu Wilma geen verdere informatie over de actie heeft gevonden, zakt haar enthousiasme. Is ze de volgende dag nog enthousiast genoeg om de telefoon te pakken en op die manier om meer informatie te vragen en zich aan te melden? Of blijft het bij een voornemen en loopt de rijschool een klant mis?

Herhalen
‘Herhaling is de kracht van reclame’ is een bekend gezegde. Het is niet voor niets dat je op tv vaak de hele avond dezelfde reclames in de blokken ziet terugkomen. Maar die herhaling zit hem niet alleen in het steeds opnieuw herhalen van hetzelfde filmpje. Herhaling kan juist ook door dezelfde boodschap, dezelfde actie op verschillende plaatsen, via verschillende media onder de aandacht van je klanten te brengen. In dat geval ziet Wilma de actie van de rijschool bijvoorbeeld in de bioscoop en op de website (waar ze meteen een formuliertje kan invullen om zich in te schrijven), maar – voor het geval ze nog niet overtuigd is – ook nog eens als advertentie in het huis-aan-huisblad. Bovendien gaat ze de rijschool via twitter volgen en komt ze de aanbieding daar ook nog verschillende keren tegen.

Reclamebudget
Door op een zorgvuldige en strategische manier je communicatie te plannen (en niet zomaar wat te doen), gebruik je je reclame- of pr-budget zo effectief mogelijk. Het is dus wel de moeite waard om dit onderdeel van je onderneming serieus te nemen. Als je hier geen mensen voor in huis hebt, kun je er ook een professional voor in de arm nemen.

Naar de website van Karssen Communicatie.

dinsdag 16 april 2013

Ieder bedrijf een eigen website!

Stijn leest een huis-aan-huisblad. In een artikel over trends in de tuin komen verschillende hoveniers uit de regio aan het woord. Een van hen vertelt over een milieubewuste methode om onkruid te bestrijden. Interessant! Stijn scheurt het artikel uit. Als hij de rest van de krant heeft gelezen, googelt hij via zijn telefoon meteen even op de naam van het betreffende hoveniersbedrijf. Misschien vindt hij op de website van het bedrijf aanvullende informatie.

Via Google vindt Stijn echter alleen de adresgegevens van het bedrijf in de telefoongids en een digitale versie van de krant waarin hij het artikel heeft gelezen. Het hoveniersbedrijf heeft blijkbaar geen eigen website. Dan typt Stijn de naam van de onkruidbestrijdingsmethode maar in. Hij komt terecht bij een website van een andere hovenier die het product ook verkoopt. De informatie op de website maakt Stijn nog enthousiaster en de volgende dag koopt hij het product bij hovenier twee.

Verbazing en irritatie
Het gebeurt mij vaker dan ik me eigenlijk kan voorstellen: op internet zoeken naar een bedrijf of organisatie die daar niet te vinden is. Een restaurant waarvan je het menu wilt inzien alvorens er een tafeltje te reserveren, een kapper van wie je de tarieven wilt vergelijken met die van een concurrent, een camping waar je graag in foto’s alvast wat van de sfeer wilt proeven, een evenement dat in billboards langs de weg wordt aangekondigd en waarvan je de entreeprijzen wilt nalezen. En dan de verbazing en de irritatie: je kunt googelen tot je een ons weegt, maar de bedrijven hebben gewoon geen website!

Niet aanwezig zijn op internet is een gemiste kans!

In discussies (op internet) over het onderwerp beweert een enkeling dat een bedrijf zonder website nog best ‘kan’. Dat klopt: het kán. Maar ik vraag me af waarom je het zou wíllen. In een tijd dat mensen bijna 24 uur per dag online zijn –via pc, laptop, tablet en smartphone – is wat Stijn doet geen uitzondering. Internet maakt een belangrijk onderdeel uit van het leven van miljoenen consumenten. En heus niet alleen jongeren. Je kijkt naar een tv-programma en geeft er tegelijkertijd je mening over op twitter. Een vriendin raadt je een boek aan en je bestelt hem dezelfde avond in een webwinkel. Je bent op zoek naar een nieuwe elektrische tandenborstel en raadpleegt eerst de reviews op internet. En … je leest of hoort over een bedrijf en verwacht op de website meer informatie te kunnen vinden. In deze tijd is het niet aanwezig zijn op internet gewoon een gemiste kans!

Minimaal
Natuurlijk heeft niet elk bedrijf de behoefte of mogelijkheid om zijn producten digitaal te verkopen of om via internet zijn diensten te verlenen. Maar elk bedrijf zou op zijn minst wel zijn contactgegevens, openingstijden en zijn reden van bestaan op een webpagina moeten opsommen. Dat is niet moeilijk en ook niet duur.

Behoeften klant
Wil je meer maken van je website, bedenk dan goed wat jouw doel is met de site, maar vooral ook wat je (potentiële) klant graag zou willen weten. Is sfeer een belangrijk kenmerk van jouw zaak? Een paar foto’s kunnen dan niet ontbreken. Spelen veiligheidseisen een belangrijke rol in jouw branche? Vermeld dan de keurmerken die jouw bedrijf heeft. Vormen jouw scherpe tarieven een belangrijke troef? Vergeet dit dan niet te vermelden. Zomaar wat voorbeelden; voor elk bedrijf is dit weer anders en er zijn manieren om extra goed vindbaar te zijn door de zoekmachines zoals Google. Je kunt zelf aan de slag gaan of een professional inschakelen, zowel voor het bouwen van je site als voor het schrijven van de tekst. Hoe je het ook aanpakt, wat mij betreft geldt: ieder bedrijf een eigen website!

dinsdag 9 april 2013

Communiceer je wat je bedoelt?

Sylvia loopt de hal van het bedrijf binnen. Door een glazen deur ziet ze Marco, met wie ze een afspraak heeft. Hij glimlacht en wenkt: ze wordt verwacht en mag doorlopen. Communicatie zonder woorden. Anderhalf uur later zijn er heel wat woorden uitgesproken. Er zijn vragen gesteld en beantwoord, argumenten aangedragen en plannen en afspraken gemaakt. Woorden die zijn ondersteund door handgebaren, een bedenkelijke blik, een knikkend hoofd, een frons, een schouderbeweging. Tot slot kijkt Marco op zijn horloge: Sylvia concludeert dat hij het gesprek wil afronden.

In contact tussen mensen wordt voortdurend gecommuniceerd, verbaal en non-verbaal. Veel communicatie gaat automatisch: je denkt er niet over na wat je precies wilt overbrengen of hoe je 'bericht' ontvangen wordt. Vaak is dat geen probleem: een vriendelijke glimlach bedoelt niet veel meer dan vriendelijkheid en welkom, en zal niet snel anders worden geïnterpreteerd. Een blik op de klok geeft al wel een extra boodschap mee, zoals bij Marco en Sylvia. Sylvia trekt de conclusie dat Marco geen tijd meer heeft, terwijl Marco misschien niets anders wilde dan kijken hoe laat het was.

Wat wil ik zeggen en komt die boodschap over?

Woorden
Woorden gebruiken is geen garantie dat je boodschap wel goed overkomt. Als Marco bij het afscheid tegen Sylvia zegt dat hij haar 'binnenkort' zal laten weten of de deal doorgaat, kan Sylvia verwachten dat dit volgende week zal gebeuren, terwijl Marco 'volgende maand' in zijn hoofd heeft. Ook kunnen woorden een persoonlijke waarde voor iemand hebben. Als ik een kunstwerk 'modern' of 'apart' noem, kan ik dat objectief bedoelen, maar er kan ook een waardeoordeel in schuilen afhankelijk van mijn mening over 'moderne kunst'. Ook níets zeggen is trouwens communicatie. Het kan bijvoorbeeld 'zeggen': ik negeer jou, ik heb je niet opgemerkt, ik heb niets te zeggen, ik kom niet voor jou of ik wacht jouw initiatief af. Maar wat de ander in jouw zwijgen 'hoort' is moeilijk te sturen. 

Klanten
Kortom, onzorgvuldig communiceren kan voor misverstanden zorgen. Zowel in persoonlijke als in zakelijke relaties. Hoe belangrijker een relatie voor je is, hoe meer je je bewust zou moeten zijn van je communicatie. Wat wil ik zeggen en hoe komt die boodschap over? Voor een bedrijf vormen (toekomstige) klanten belangrijke relaties. Dus het is de moeite waard om van tijd tot tijd je communicatie-uitingen eens tegen het licht te laten houden. Laat mijn website zien wat ik te bieden heb en komen mijn onderscheidende eigenschappen er ook tot uiting (bijvoorbeeld jong en creatief of juist ervaren en betrouwbaar)? Is de tekst in mijn brochure foutloos geschreven of wekken de vele taalfouten een onprofessionele indruk? Passen de media waarin ik adverteer bij de identiteit van mijn bedrijf? Wat wil ik eigenlijk met mijn digitale nieuwsbrief bereiken en lukt dat ook? Met andere woorden: communiceer ik wat ik bedoel?

Naar de website van Karssen Communicatie.